Blog#32
Gesmoord met liefde
Over liefde, over begrenzing, over boosheid als afbakening en levenskracht.
Ik heb twee prachtige kinderen. En ik ben moeder van drie.
Jarenlang was ik elke maand opnieuw in de spanning of dit keer wellicht per ongeluk toch een derde zwangerschap zou ontstaan. Die ene lege stoel aan de eettafel. Overal zwangere buiken, kinderwagens en gezinnen met drie kinderen om me heen.
Valse hoop
Mijn focus op een onvervulde kinderwens, is lange tijd mijn manier geweest om niet werkelijk de pijn aan te hoeven kijken. De pijn dat mijn toekomstbeeld van een groot gezin niet zal gaan gebeuren. De teleurstelling die ik mezelf elke maand aandeed, was minder pijnlijk dan dat. Liever valse hoop, dan geen hoop.
Toen ik onverwacht toch zwanger raakte van de derde, voelde ik me verward en ook in de zevende hemel. Na een goede eerste echo vertellen we het nieuws aan onze twee kinderen. Onze oudste, die al jaren lang en breed uit de luiers is, wil opeens weer baby spelen en pakt de nachtluiers van haar broertje om daar parmantig mee door het huis te lopen. Mijn droom gaat eindelijk vervulling!
Na 9 weken krijg ik heel licht bloedverlies. Het zet niet door, maar voor de zekerheid toch maar een extra echo.
Echo
Ik ben zonder mijn partner gekomen want ik houd geen rekening met slecht nieuws. De verloskundige zet de echokop op mijn onderbuik. Ze zoekt naar het geruststellende geluid van een hartslag. Het zoeken duurt lang en de spanning van de stilte is haast ondraaglijk. Dan doorbreekt ze de stilte: ‘Oh Inge, ik ben bang dat het bloedverlies niet voor niks was. Hier zie je het vruchtje. En ik vind geen hartslag meer.’ Ik hoor een rare suis in mijn oren en houd mijn ogen gefixeerd op het scherm. ‘Kutzooi’, breng ik uit. Als eerste schiet ik in ongeloof. Ik vraag de verloskundige nog een inwendige echo te maken, in de ijdele hoop dat ze dan wel een hartslag vindt. Ze maakt de echo, maar weet de onherroepelijke uitslag al. Een miskraam.
Een miskraam die betekende dat mijn droom van een derde kindje nooit meer werkelijkheid zou worden. Wreed werd het prille geluk me weer ontnomen.
Misschien is het beter om iets niet te hebben, dan om het gelijk alweer kwijt te zijn.
Waarom zou ik dat wat ik niet heb en koester, verspelen voor iets wat niet waar kan zijn.
~ Acda & de Munnik ~
Weerstand
Ik voelde me zo intens verdrietig. Diep van binnen was ik ontzettend boos. Boos op dit lot. Het leven had me verraden en ik voelde me in de steek gelaten. Maar wat ik liet zien was alleen het verdriet. Mijn supervisor nodigde me uit om een kussen, dat mijn lot representeerde, er eens flink van langs te geven. Ik kan de heftigheid daarvan nog in mijn lijf voelen. Maar ook de opluchting en rust die eruit volgde. Het lot ging niet weg, maar mijn weerstand om dat lot aan te nemen wel.
Het verlangen naar nog een kindje was net zo groot als het verlangen naar een eerste kindje. Ik moest een rouwproces door om afscheid te nemen van een toekomstbeeld. De rouw echt aangaan, betekende vol mijn diepste pijn aankijken. Dat was zacht gezegd niet makkelijk. Tegelijkertijd maakte het ruimte voor een andere blik op de toekomst.
Die lege stoel aan tafel? Die voel ik niet meer. Wat niet wil zeggen dat ik er nooit meer verdrietig om ben. Maar het gevecht met een onverslaanbaar lot is tot rust gekomen, sinds we elkaar in de ogen hebben gekeken.
Meer weten? Lees meer over de training Wat als nog een kindje niet lukt?