Blog#32
Gesmoord met liefde
Over liefde, over begrenzing, over boosheid als afbakening en levenskracht.
Ze moest stoppen met haar artsenvak vanwege fysieke klachten. Op de eerste trainingsdag bespreken we aan de hand van een oefening het verlangen waar ze in wil leren groeien. ‘Ik vind mezelf makkelijk in een positie waar ik niet echt zichtbaar ben. Ik wil wel leren wat meer zichtbaar te zijn.’
Tevoorschijn komen. Een thema waar ik zelf ook veelvuldig op heb gekauwd. En zal blijven kauwen. Het valt me op hoe jong ze oogt als ze erover vertelt. Als je een kant van jezelf opnieuw wil ontdekken, moet je eerst terug naar daar waar je het bent kwijt geraakt.
‘Waar heb je ooit geleerd dat het beter was om jezelf niet te laten zien?’, vraag ik haar. Er komt een wat wrange glimlach op haar gezicht. Ze vertelt me een verhaal over hoe ze haar best heeft gedaan voor haar moeder, die zelf de aandacht nodig had en niet leek te kunnen delen.
Uit loyaliteit naar het nest van vroeger, zijn we vaak bereid een hoge prijs te betalen. Ze betaalde met haar eigen zichtbaarheid. Al jong leerde ze zich te verstoppen, niet op te vallen en geen aandacht te trekken. Zo kon ze een plek hebben in het gezin van herkomst.
Ik vraag haar op de grond te gaan zitten. Vervolgens pak ik een grote deken. Terwijl ze op de grond blijft zitten, leg ik de deken over haar heen, zodat ze niet meer te zien is. ‘Dit is jouw veilige verstopplek’, zeg ik. Zachtjes kom ik naast haar zitten.
‘Dit moet je goed kennen, of niet?’, vraag ik haar. ‘Ja’, klinkt zachtjes van onder de deken. Even zitten we stil naast elkaar, zij onder die deken verstopt. ‘Het leven biedt veel herkansingen. Ik heb een mooi liedje voor je.’, zeg ik. Ondertussen zet ik het nummer ‘Kom naar buiten’ aan van Maaike Ouboter.
“Als ik nou aan zou kloppen
Alleen maar kloppen op je deur
Je hoeft er niet iets mee te doen
En als ik die deur dan zachtjes
Op een kier zou zetten
Zodat je zelf weer eens de lente voelt”
Ondertussen merk ik dat ze onder die deken begint te snikken. Heel langzaam en zachtjes laat ik haar mijn hand voelen, zodat ze weet dat ik er ben.
“Kom naar buiten
Je hebt nu lang genoeg gewacht
Kom naar buiten”
Langzaam beweegt de deken wat. Voorzichtig tilt ze hem een klein beetje op, zodat ze door een kiertje om zich heen kan kijken. Ondertussen heb ik de andere deelnemers uit de groep stilletjes uitgenodigd rondom haar te komen zitten. Ze schrikt nog even als ze al die ogen op haar gericht ziet. Maar ze laat vervolgens de deken nog iets verder zakken, zodat we haar steeds beter kunnen zien. Toevallig of niet schijnt, tussen de wolken door, het zonlicht door de glazen pui naar binnen op haar gezicht. Ik kijk naar de ogen van de andere deelnemers die haar woordeloos welkom heten. Het doet me denken aan een zin die ik ooit hoorde: ‘We worden in het leven als het ware meerdere keren opnieuw geboren.’ Geboren worden is ook tevoorschijn komen.
Een herkansing op een welkom bij het tevoorschijn komen. Ik laat haar nog een keer de kring rondkijken en het welkom vol inademen. Het staat haar prachtig.