Blog#10
Hoe vertel ik mijn kinderen, dat je ziek kunt worden van iemands aanraking?
Over het gemis van nabijheid in Coronatijden. En hoe leg je dat uit aan jonge kinderen?
We zitten ’s avonds samen op de bank. Op tv staat zachtjes een voetbalwedstrijd aan. Het kussen op mijn schoot ondersteunt mijn laptop. We hebben allebei een telefoon voor onze neus. Het enige wat beweegt in de kamer, zijn twee swipende duimen. Vanachter mijn twee schermen mompel ik naar hem dat we nog een oppas moeten regelen voor volgende week woensdag. Geen reactie.
Ik zeg het nog eens, waarbij ik nu wel in zijn richting kijk. Mijn stem klinkt al licht geïrriteerd. Weer geen reactie. ‘Hé, hoor je me?! Ik wil even contact!’, zeg ik met een iets verheven stem. Nu kijkt hij me aan, zijn duim nog op het schermpje voor zijn neus. We spreken af wie de oppas zal regelen. Een kleine 2 minuten later verdwijnen we allebei weer in ons scherm, en uit contact.
Contact is van levensbelang
Het woord contact komt van ‘con’ - samen, en ‘tangere’, wat aanraken betekent. Het betekent letterlijk aanraking, verbinding. Het is een levensbehoefte van de mens om in verbinding te zijn. Om gezien en gehoord te worden. We hebben honger naar contact, zoals we ook honger hebben naar voedsel. Een pasgeborene vindt troost door fysiek contact. Het geeft geruststelling, geborgenheid, blijdschap. En dat geldt net zo zeer voor volwassenen. We kunnen gewoonweg niet zonder contact.
Ik ben er voor je
Tijdens mijn werk doe ik de hele dag niets anders dan contact maken. Als spanning of verdriet mee de kamer in komt, proberen mensen vaak onbewust hiervan weg te blijven. Dat is al voelbaar bij de eerste handdruk, het (ontbrekende) oogcontact. Dan helpt het wanneer ik met een zachte aanraking van een hand of arm, laat weten dat ik er ben. Zonder de pijn, de angst of het verdriet hiermee weg te nemen, zorgt die aanraking vaak wel voor wat ontspanning in het lijf. En niet zelden komen dan ook de tranen van ontlading. Het voelt kwetsbaarder, maar ook echter.
Uit contact
’s Avonds thuis ken ik die beweging, in het beeldscherm en uit contact, maar al te goed. Het lijkt heerlijk, maar echt rustig word ik er niet van. Uit contact zijn houdt me weg van waar ik moe ben in mijn lijf, waar ik bang ben of verdrietig. In contact met de hele wereld via mijn telefoon, ben ik niet meer in staat om te zien wat er in het hier en nu is: de liefde van mijn leven naast me op de bank. De liefde die weleens meer troost zou kunnen bieden dan mijn smartphone.
Een portie liefde
In een woordenwisseling laatst met mijn man, snauwde ik hem toe dat hij maar beter even weg kon gaan, weg uit de kamer. Hij liep stampvoetend naar de tuin, terwijl ik mokkend en afwerend op de bank bleef zitten. Maar hij was de kamer nog niet uit verdwenen, of hij keerde terug. Hij pakte mijn strak gespannen schouders van achteren vast en omhelsde me. Riskeerde daarmee mijn afwijzing. Die kwam echter niet. Ik voelde zijn aanwezigheid en kon langzaam ontspannend wegzakken in zijn stevige armen. Hij gaf me iets, waar ik op dat moment niet om kon vragen. Maar het was precies wat ik nodig had.
In mijn behoefte aan contact, doe ik soms eerder het tegenovergestelde. Soms sluiten we onszelf af, of stoten zelfs de ander af, als we eigenlijk bedoelen te zeggen: wil je me alsjeblieft even stevig vasthouden?
Wil jij ook ontdekken hoe jij dat doet, met in en uit contact gaan? Lees hier meer over wat coaching voor jou kan betekenen.