Blog#24
De angst om (niet) gezien en gehoord te worden
Over angst vastpakken om iets werkelijk aan te gaan. Over de grootsheid van kleine dingen.
Ik ben geen sporter. Waar mijn man elke kans grijpt om als een puppy achter een bal aan te rennen, zit ik liever met vrienden aan tafel voor een goed glas wijn en een even goed gesprek.
Toen een vriendin afgelopen winter met het voorstel kwam om een keer een bokstraining mee te doen, verslikte ik me eerst bijna in een paar pepernoten. Hoe kwam ze erbij om dat aan mij te vragen? Ik ben toch helemaal geen sporter? Laat staan een sport waarbij je elkaar de hersens in slaat. Ik appte haar terug: ‘Ik denk er nog even een uurtje over na, goed?’
Het intrigeerde me wel. Die vriendin is namelijk ook verre van een bloeddorstig type. In het kader van goede voornemens besloot ik vaker ‘ja’ te zeggen. Na een uur heb ik die vriendin teruggeappt: ‘Ik doe mee!’ En daar voegde ik nog aan toe: ‘Maar ik ben echt een sporthork hoor!’.
Na lange tijd trok ik mijn sportkleren weer eens uit de kast. Gewapend met boksbandages, bokshandschoenen en gebitsbeschermer kwam ik ten tonele. Aan de outfit kon het in ieder geval niet liggen.
En dan kom je jezelf tegen.
Ik bleek een bokser die goed klappen kan incasseren. Laat die ander maar komen, ik kan het wel verdragen en staande blijven. Mezelf verdedigen bleek nog niet zo sterk ontwikkeld. Een stevige ‘stop’ op een aanvallende handschoen moet soms echt uit mijn tenen komen. En aanvallen? Ik rem liever mijn kracht af wanneer ik iemand echt dreig te gaan raken. Toch een rake klap uitgedeeld? Dan volgt heel snel een ‘sorry!’. De paralellen met het dagelijks leven worden zo in mijn wekelijkse boksuurtje blootgelegd en aan den lijve ondervonden.
Boksen bracht me ook terug naar de enige keer in mijn leven dat ik ooit klappen heb uitgedeeld. Dat was op een kussen. Ik had net een miskraam gehad. Een miskraam die betekende dat mijn droom van een derde kindje nooit meer werkelijkheid zou worden. Ik voelde me zo intens verdrietig. Diep van binnen was ik ontzettend boos. Boos op dit lot. Het leven had me verraden en ik voelde me in de steek gelaten. Maar wat ik liet zien was alleen het verdriet. Mijn supervisor nodigde me uit om een kussen, dat mijn lot representeerde, er eens flink van langs te geven. Ik kan de heftigheid daarvan nog in mijn lijf voelen. Maar ook de opluchting en rust die eruit volgde. Het lot ging niet weg, maar mijn weerstand om dat lot aan te nemen wel.
Raken en geraakt worden. Boksen brengt soms emoties naar boven we niet zo graag laten zien. Het is niet enkel zweet wat er vloeit tijdens een bokstraining. Zo werd boksen voor mij een nieuwe vorm van lichaamswerk. Na een half jaar bokstraining blijken dan ook niet alleen mijn spieren steviger te zijn geworden.
Nieuwsgierig wat lichaamsgerichte trainingen of een boksclinic jou kunnen opleveren?