Blog#19
Moeders schoot
Waarom het weten je niet altijd verder helpt en de ervaring wel. Waarom het helpend is om pijnlijke ervaringen aan te kijken en in te sluiten.
Het is op een gewone zaterdagmiddag, dat ik weer geconfronteerd word met mijn ingehouden verlangen om te spelen. Te spelen als een vrij kind.
Spelen
Ik ben met mijn gezin in het zwembad. Mijn man is zo iemand die al enthousiast wordt van het idee. Hij komt de glijbaan af met nog meer onbezonnen enthousiasme dan onze kinderen. Hij is in staat om op zulke momenten met ze mee te deinen, ze wild in het water te gooien, te verstoppen en ze van onder water te laten schrikken. Ze lachen, gieren, brullen met hun vader. Hij kan echt met ze mee spelen.
Ik niet. Althans, ik doe ook een poging wanneer ik met mijn zoontje van de glijbaan af kom en een wat ingehouden ‘whoehoe!’ laat horen. De schaamte remt mij hier om voluit te gaan. Het kost me veel energie om het vrije kind in mij, dat eigenlijk wel wil spelen, zo koest te houden. Na een uur zwemmen, probeer ik mijn gezin mee te krijgen op de kant, om even wat te drinken. Maar daar hebben ze geen oren naar. Ze hebben nog volop plezier in hun vrije spel.
Omdat ik niet meer zo goed weet wat ik tussen dat gespetter moet doen, heis ik me op de kant en pak ik wat drinken uit de tas. Met mijn benen gekruist kruip ik op een stoel aan de waterrand en kijk van een afstandje naar mijn vrolijk spelende gezin.
'Niks voor mij'
Ik voel me een saaie moeder. Ik poog mezelf te overtuigen dat ik een persoon ben die het gewoon graag wat rustiger aan doet. Of dat ik niet zo wild kan doen omdat ik mijn contactlenzen nog in heb. Dat dit gestoei meer iets is voor vaders. Dat mijn man gewoon meer van zwemmen houd. Maar diep van binnen kan ik ook jaloezie voelen als ik kijk naar zijn aanstekelijke enthousiasme. Het maakt me ergens een beetje verdrietig. Uit angst voor dat nare gevoel van schaamte, heb ik me als klein meisje zo ingehouden, dat ik soms niet meer goed weet hoe ik nu als volwassene kan genieten van die ‘spielerei’.
Schaamte
In gedachten verzonken zit ik opgekruld in mijn handdoek op de stoel daar naast het zwembad. Letterlijk buiten spel. Wat jammer eigenlijk, dat ik dat vrije blije meisje in mij zo getemd heb. De rol van het aangepaste kind kan ik goed vervullen. En die enkele keer dat ik uitzinnig los kan gaan, moet ik dat daarna bezuren met een groot gevoel van schaamte. Zoals laatst, toen ik bij een bijeenkomst achter de piano was gekropen en begon te zingen. Heerlijk in het moment, maar de volgende dag kon ik alleen maar huilen van schaamte, toen ik dezelfde mensen die mijn publiek waren geweest, weer onder ogen moest komen. Schaamte, omdat ik me had laten gaan. En dat terwijl iedereen zei genoten te hebben van mijn spel en stem. Dat vond ik moeilijk om aan te nemen.
Daar, op die stoel langs de kant van het zwembad, besloot ik mezelf de permissie te geven, wat vaker te spelen. Vooral in het openbaar, de schaamte voorbij. Een welkom aan het vrije kind in mij.